Verzekering D&O en het nieuwe boek 6 BW: de quasi-immuniteit heeft Abraham nog net gezien.
In de krant “De Tijd” van 14/02/2024 verscheen een artikel met de titel “Werknemers worden sneller aansprakelijk voor fouten”. Dit naar aanleiding van het op 01/02/2024 door de Kamer aangenomen wetsontwerp houdende boek 6 “Buitencontractuele aansprakelijkheid” van het Burgerlijk Wetboek. De wet treedt in werking op de eerste dag na de zesde maand na die waarin ze is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad. Er is nog geen publicatie geweest maar de verwachting is dat de inwerkingtreding voorzien zal zijn op 01/01/2025.
​
Eén van de meest fundamentele wijzigingen ten opzichte van de geldende rechtsregels is het verdwijnen van het principe van de “quasi-immuniteit van de uitvoeringsagent”. Hierdoor stellen zowel bestuurders van vennootschappen alsook in principe werknemers zich bloot aan vorderingen van derden die door hun handelen schade zouden hebben ondervonden, zo stelt het artikel.
​
In dit artikel gaan we het enkel over de bestuurders van vennootschappen hebben. De verzekering D&O (Directors & Officers) voorziet onder meer in een dekking voor de aansprakelijkheid die zij, als bestuurder voor de beslissingen die zij nemen in hun functie, kunnen oplopen.
​
Waarover gaat het precies?
​Art. 6.3 van het aangenomen wetsvoorstel houdende boek 6 “Buitencontractuele aansprakelijkheid” van het Burgerlijk Wetboek bepaalt het volgende:
​
Buitencontractuele en contractuele aansprakelijkheid
​
§ 1. Tenzij de wet of het contract anders bepaalt, zijn de wettelijke bepalingen inzake buiten-contractuele aansprakelijkheid van toepassing tussen medecontractanten. Indien de benadeelde echter op grond van de buitencontractuele aansprakelijkheid schadeloosstelling voor schade veroorzaakt door de niet-nakoming van een contractuele verbintenis vordert van zijn medecontractant, kan deze medecontractant de verweermiddelen inroepen die voortvloeien uit zijn contract met de benadeelde, uit de wetgeving inzake bijzondere contracten en uit de bijzondere verjaringsregels van toepassing op het contract. Dit is niet het geval bij vorderingen tot schadeloosstelling voor schade als gevolg van een aantasting van de fysieke of psychische integriteit of van een fout begaan met het opzet schade te veroorzaken.
​
§ 2. Tenzij de wet of het contract anders bepaalt, zijn
​
de wetsbepalingen inzake buitencontractuele aansprakelijkheid van toepassing tussen de benadeelde en de hulppersoon van zijn medecontractanten. Indien de benadeelde echter op grond van de buitencontractuele aansprakelijkheid schadeloosstelling voor schade veroorzaakt door de niet-nakoming van een contractuele verbintenis vordert van een hulppersoon van zijn medecontractant, kan deze laatste dezelfde verweermiddelen inroepen als zijn opdrachtgever op grond van paragraaf 1 kan inroepen met betrekking tot de verbintenissen aan de uitvoering waarvan de hulppersoon meewerkt.
​
De hulppersoon kan eveneens de verweermiddelen inroepen die hij zelf in dit verband tegen zijn medecontractant kan inroepen op grond van paragraaf 1.
​
Door de invoering van deze artikelen en dus de afschaffing van de gekende artikelen 1382-1386bis BW wordt eveneens door het in de wet incorporeren door letterlijk de vordering van de benadeelde op grond van buitencontractuele aansprakelijkheid wegens niet-nakoming van een contractuele verbintenis toe te laten. Hierdoor wordt de quasi-immuniteit afgeschaft en valt een stuk bescherming weg en staat de deur open voor extra-contractuele vorderingen tussen contractanten en van derden tegen uitvoeringsagenten of hulppersonen.
​
Wat is quasi-immuniteit?
De quasi-immuniteit van de uitvoeringsagent heeft te maken met de samenloop van vorderingen tussen het contractueel (tussen partijen overeengekomen) en extra- (of buiten-)contractueel aansprakelijkheidsrecht. Een fundamentele wijziging in deze samenloop vond plaats door een arrest van het Hof van Cassatie van 7 december 1973, het zogenaamde Stuwadoorsarrest. Hoewel het arrest op 7 december 2023 nog zijn 50e verjaardag heeft kunnen vieren, werden de principes van dit arrest – nog bevestigd in een arrest van 25 mei 2023 - zo goed als begraven op 01/02/2024 bij de aanname van het wetsontwerp. Het Stuwadoorsarrest bepaalde dat er ten aanzien van uitvoeringsagenten slechts een beroep kon worden gedaan op de buitencontractuele aansprakelijkheid wanneer de fout en de veroorzaakte schade niet louter te wijten waren aan de (slechte) uitvoering van de contractuele verbintenissen. Of omgekeerd, je kan enkel buitencontractueel vorderen ten opzichte van de uitvoeringsagent wanneer de fout een schending uitmaakt van de algemene zorgvuldigheidsnorm of een aan ieder opgelegde verplichting. Er was dus nog een opening om een buitencontractuele vordering in te stellen, zij het beperkt: vandaar de quasi-immuniteit.
​
Daar wordt dus nu komaf mee gemaakt in het nieuwe boek 6 van het Burgerlijk Wetboek door de buitencontractuele vordering toe te laten wel met de nuance dat de verweermiddelen uit het contract kunnen worden ingeroepen zowel tussen contractanten onderling als door de hulppersonen (die dus ook de verweermiddelen uit het contract van zijn opdrachtgever met de klant kan inroepen).
​
Wat zijn de verweermiddelen?
Daar waar het Stuwadoorsarrest en de vele uitvloeiselen hiervan in de rechtspraak de quasi-immuniteit van de uitvoeringsagent erkenden en dit als een wetgevende realiteit werd beschouwd, wordt, zal dit nu verplaatst worden naar het contractuele luik.
Aldus zal er veel meer aandacht moeten worden besteed aan het inlassen van exoneratie (of uitsluitings-) bedingen waarbij buitencontractuele vorderingen worden uitgesloten of beperkt. Ook in arbeids-, bestuurders- en managementovereenkomsten zullen clausules in die zin ingelast moeten worden om te vermijden dat werknemers, bestuurders, etc… aan deze vorderingen kunnen blootgesteld worden.
​
Aangezien bij de inwerkingtreding van de wet de nieuwe regels meteen van toepassing zijn, lijkt het niet onverstandig om verschillende contracten na te (laten) kijken en desnoods aan te passen waar mogelijk.
Deze verweermiddelen die dan blijken uit het contract kunnen worden ingeroepen en zullen dan mee moeten worden opgenomen in de beoordeling van de vordering door de rechtbank. Dus al bij al zal het afwachten worden hoe de rechtspraak zich in functie van deze nieuwe wetgeving zich vormt.
​
Wat met de D&O-aansprakelijkheidsverzekering?
Een nefast gevolg van deze nieuwe wetgeving is dat bijvb. bestuurders van vennootschappen kwetsbaarder zullen zijn in de beslissingen die ze tijdens de uitoefening van hun mandaat in het belang van de bedrijfsvoering nemen. Elke benadeelde kan immers nu een buitencontractuele vordering rechtstreeks tegen de bestuurders van vennootschappen instellen, zij het met de reeds geschreven nuance van het gebruik van de verweermiddelen die in het contract tussen de bestuurder en de vennootschap zouden staan (vb. exoneratiebeding). Vermits een vordering tegen een bestuurder diens privé-vermogen kan raken bij een eventuele aansprakelijkheid en veroordeling door de rechtbank, beschermt een D&O-verzekering je tegen dergelijke aanspraken van derden door onder meer:
-
Tussen te komen in de verdedigingskosten;
-
Tussen te komen in geval van aansprakelijkheid en veroordeling.
​
Het lijkt zeker geen overbodige luxe voor bestuurders van vennootschappen om een dergelijke verzekering te onderschrijven, als je weet hoe snel verdedigingskosten de dag van vandaag kunnen oplopen. Of het effectief tot veel veroordelingen zal leiden, dat valt nog af te wachten en zelfs te betwijfelen. De rechtspraak zal zich hieromtrent nog moeten vormen, maar te verwachten valt wel dat er in de contractuele sfeer veel zal bewegen op korte termijn. Hierbij valt dan ook niet uit te sluiten dat verzekeraars ook hun Algemene Voorwaarden zullen aanpassen gezien ook zij aan hoger risico van tussenkomst worden blootgesteld.
​
Wij kunnen u als onafhankelijke makelaar perfect adviseren in deze materie en begeleiden naar het juiste verzekeringsproduct, met de correcte verzekerde kapitalen voor de meest competitieve premie. Voor vragen of advies over dit onderwerp, aarzel dus zeker niet om ons te contacteren.
​